Artikelindex

Jozef en Maria op reis van Galilea naar Judea.

 

In die dagen kwam er een besluit van keizer Augustus dat er een volkstelling moest gehouden worden in heel zijn rijk.
Zij gingen van Nazareth naar de stad van David, Bethlehem geheten om zich te laten inschrijven.
Maria die zwanger was stond op het punt moeder te worden en bracht een zoon ter wereld (vgl. Lucas 2, 1-7).


 Uit het evangelie van Mattheüs:

De Vlucht naar Egypte.

Een engel van de Heer verscheen in een droom aan Jozef en sprak: “Sta op, neem het Kind en zijn moeder, vlucht naar Egypte en blijf daar tot ik u waarschuw, want Herodes komt het Kind zoeken om het te doden” (vlg. 2,13).

Daar bleef de Heilige Familie tot aan de dood van Herodes, opdat in vervulling zou gaan wat de Heer gesproken had door de profeet Hosea [11,1]: Ik heb mijn zoon geroepen uit Egypte (vgl. 2,15).

De volledige tekst uit Hosea 11,1 luidt: “Toen Israël nog jong was, kreeg Ik hem lief en uit Egypte heb Ik hem geroepen, mijn zoon. Hosea is de eerste die het werkwoord ‘liefhebben’ gebruikt om de houding van Jaweh tegenover Israël te beschrijven (vgl. Deuteronomium 7, 8-13, 10, 15, 23,6).

     

Terugkeer uit Egypte.

Nadat Herodes gestorven was, verscheen in Egypte een engel van de Heer in een droom aan Jozef en zei: “Sta op , neem het Kind en zijn moeder en trek naar het land Israël, want die het Kind naar het leven stonden zijn gestorven.” Hij stond, op nam het Kind en zijn moeder en ging naar het land Israël (vlg. 2, 19-21).

Hij begaf zich naar het gebied van Galilea en vestigde zich in Nazareth opdat in vervulling zou gaan wat door de profeten gezegd was: Hij zal een Nazoreeër genoemd worden (vgl. 2, 22/23)